IBO, Werkplekleren voor werkzoekenden, gekelderd. Hervorming nodig!

Publicatiedatum

Tags

Vlaanderen

Auteur

Robrecht Bothuyne

Deel dit artikel

IBO, de Individuele Beroepsopleiding, is al sinds jaar en dag dé Vlaamse tewerkstellingsmaatregel. In 2018 hervormde de toenmalig minister van werk IBO. De ambitie was groot; een verdubbeling van het aantal IBO’s naar 30 000 per jaar.

Vlaams volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne (cd&v): ‘Helaas blijkt nu uit de cijfers dat deze hervorming niet gelukt is. En integendeel; IBO is fors gezakt in populariteit.’ Uit het antwoord op een parlementaire vraag blijkt nu dat ook in 2024 het aantal IBO’s verder daalde. Bothuyne: ‘In 2022 ging het voor het eerst onder de 10000, naar 8300. In 2023 waren er slechts 7711 en in 2024 werden er uiteindelijk maar 6681 opgestart. Daarom wil cd&v nu een nieuwe hervorming die meer rekening houdt met de realiteit van de arbeidsmarkt. IBO is te belangrijk om niet aan te pakken!’. Bothuyne voorziet een resolutie met een aantal concrete voorstellen. De belangrijkste worden hieronder toegelicht.

De Vlaamse arbeidsmarkt kampt met een mismatch. De beschikbare competenties bij het arbeidsaanbod van werkzoekenden zijn niet afgestemd op de gevraagde competenties bij werkgevers. Vraag en aanbod moeten beter op elkaar afgestemd worden. Een van de oplossingen om competenties te versterken is via werkplekleren. Met een IBO kunnen werkzoekenden het beroep op de werkvloer leren. Bovenop hun uitkering krijgen ze een vergoeding van de werkgever en met een opleidingsplan op maat worden ze klaargestoomd voor een duurzame job in het bedrijf.

Het aantal gestarte IBO’s is in de laatste jaren in dalende lijn. In 2016 werden er nog ruim 15 000 IBO’s opgestart, in 2024 is dit meer dan gehalveerd tot slechts 6681. Bothuyne: ‘Deze cijfers zijn niet helemaal slecht nieuws. Een deel van deze daling is uiteraard ook te verklaren door de krappe arbeidsmarkt. De groep werkzoekenden is kleiner geworden en mensen werden sneller gewoon aangeworven. Toch is er nood aan een grondige hervorming van het systeem. Zeker omdat van die 6681 werkzoekenden maar 4022 hun IBO succesvol konden afronden met een aanwerving. Die succesratio van 60% is een historisch dieptepunt en moet omhoog.’

Niet alleen daalt het aantal IBO’s. Er worden vanuit het werkveld ook problemen gesignaleerd met de opleidingsplannen, de begeleiding, de instroom van bepaalde kansengroepen en de weinig stimulerende vergoeding. Cd&v doet concrete voorstellen om de regelgeving voor IBO te verbeteren.

  1. We willen meer mensen in IBO betrekken, ook mensen die nu nog niet ingeschreven zijn bij VDAB. Daarom willen we dat bijvoorbeeld in kader van de samenwerkingsakkoorden met lokale besturen van toeleiding van leefloners of andere niet op de arbeidsmarkt actieve mensen werk wordt gemaakt. Zeker als straks de werkloosheidsuitkering beperkt wordt in de tijd, kunnen leefloners een belangrijke groep worden binnen IBO. VDAB kan zelf ook haar partners meer mobiliseren; nu komt een groot deel van de IBO-ers via de werkgevers in het systeem terecht.
  2. Er bestaat ook een ‘IBO-T’, een IBO met taalcoaching en -opleiding op de werkvloer. Het aantal is ook daar is vorig jaar gedaald tot 353 werkzoekenden, maar het potentieel is hier veel groter. Er zijn vandaag meer dan 65 000 werkzoekenden die het Nederlands niet of nauwelijks machtig zijn. Bothuyne: ‘Hier worden nu kansen gemist. Daarom stellen we voor om IBO-T fors aantrekkelijker te maken. Door IBO-T in de eerste 3 maand gratis te maken voor werkgevers verlagen we de drempel aanzienlijk om anderstaligen kansen te geven en aan de slag te krijgen. Dit kan een gamechanger zijn voor de anderstalige werkzoekenden die vaak al te lang in de werkloosheid blijven hangen.’
  3. Maak werk van een stimulerende vergoeding die elke maand kan stijgen en de sectorale barema’s volgt. Door de hervorming van minister Muyters krijgen alle IBO-ers dezelfde vergoeding. Elke maand opnieuw en in elke sector gelijk. Dat is niet stimulerend voor de betrokkenen en houdt geen rekening met het loon dat gangbaar is in een bepaalde job en sector. Een IBO-er moet vergoed worden voor zijn of haar werk en wie het goed doet, mag zijn vergoeding zien stijgen doorheen de opleiding. Bothuyne: ‘Nu is de vergoeding in elke sector gelijk en stijgt ze niet. Dat zorgt ervoor dat werkzoekenden niet gemotiveerd zijn om in een IBO te stappen of te blijven, zeker in sectoren met hogere lonen. Nochtans hebben werkzoekenden net baat bij de opleiding en vorming die bij een IBO hoort.’
  4. We willen ook dat IBO een flexibel instrument is, dat rekening houdt met de realiteit van zowel de werkzoekende als de werkgever. Meer flexibele opleidingsuren zijn nodig. Maar ook meer kwaliteit is een zorg; de opleiding en vorming moet bij elke IBO van hoog niveau zijn. Een degelijk opleidingsplan en een goeie opvolging ervan is dan ook cruciaal. Daartoe moeten de betrokken werkgevers beter begeleid en ondersteund worden.
  5. Voor wie slaagt en zeker voor wie niet slaagt is nazorg nodig. Wiens IBO niet succesvol omgezet wordt in een vast contract, en dat is zo bij bijna 4 op de 10, moet onmiddellijk door VDAB een passende begeleiding krijgen. Mensen moeten onmiddellijk terug opgevangen worden. Alleen zo kunnen we zorgen voor een echt aanklampend beleid dat mensen kansen geeft.

Bothuyne: ‘Met deze hervorming willen we terug aanknopen met groei. Concreet willen we per jaar 1000 extra IBO’ers richting een vast contract helpen. Zo moeten we tegen 2027 terug 10000 IBO’s in Vlaanderen hebben.’

Nieuws

VDAB is ziek. Letterlijk.

VDAB is onze arbeidsmarktregisseur; talent op de Vlaamse arbeidsmarkt moet via VDAB de weg vinden naar de vele vacatures in Vlaanderen. Maar ook VDAB, één van de grootste Vlaamse overheidsagentschappen, kampt met problemen. Ziekteverzuim is er daar één van. En 2024 was op dat vlak het slechtste jaar sinds corona. Dat blijkt uit de antwoorden op parlementaire vragen van Vlaams volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne (CD&V).

Danilith Nokere Koerse zorgt voor feestelijke start in Deinze

Op woensdag 19 maart start de tiende editie van Danilith Nokere Koerse op de Markt in Deinze. Zowel de mannen als de vrouwen beginnen daar aan hun koers. Het belooft een feestelijke dag te worden!

Denderstreek verdient én krijgt Europese centen voor regio!

De mensen in de Denderstreek zijn vandaag Vlaams kampioen pendelen. Heel wat bedrijven trokken weg uit de streek en nieuwe investeringen vonden moeilijk hun weg. Daardoor zijn mensen erg lang onderweg naar het werk. Heel wat mensen willen niets liever dan een job dichter bij huis. Het Denderplan zet in op werk dichtbij huis, zodat mensen meer tijd hebben voor hun familie, vrienden en hobby’s.