De start van het wielerseizoen komt eraan; een fantastische periode waar zowat heel Vlaanderen reikhalzend naar uitkijkt. Maar er zijn zorgen over de toekomst van de wielersport. Het aantal jeugdwedstrijden in de wielersport in Vlaanderen gaat de voorbije jaren te snel in dalende lijn. Daar waar er in 2010 nog ongeveer 345 juniorenwedstrijden en zowat evenveel nieuwelingenkoersen werden ingericht, is dat aantal teruggevallen naar 150 dit jaar.
Vlaams volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne (cd&v): ‘De jongste 12 jaar is het aantal jeugdkoersen meer dan gehalveerd. We zijn het wielerland bij uitstek, maar op deze manier wordt de basis van het wielrennen langzaam onderuit gehaald. Het is tijd voor actie, de toekomst van de wielersport staat op het spel.’
De redenen voor de achteruitgang zijn divers. De effecten van de vergrijzing, de stijgende kostprijs en gebrekkige inkomsten, de groeiende vrees m.b.t. aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid, de administratieve overlast, problemen om veilige parcours te vinden en het gebrek aan vrijwilligers,… Als we kijken naar de Noorderburen in Nederland is daar ook het probleem van stikstof en de impact op natuur als bijkomende factor. Maar in Nederland zijn ook goeie voorbeelden te vinden: zoals de creatie van meerdere afgesloten parcoursen die toelaten om snel, veilig en efficiënt jeugdwedstrijden te organiseren.
Bothuyne stelde een parlementaire vraag aan minister van sport Weyts. De Vlaamse regering steunt de wielersport, onder meer via Cycling Vlaanderen, de decretaal erkende en gesubsidieerde wielersportfederatie, die officiële wielerwedstrijden organiseert. Concreet zijn vorming en opleiding voor vrijwilligers en organisatoren, een uitleendienst voor veiligheidsmateriaal en ook financiële steun voor de federatie voorzien. Maar het kan en moet beter.
Robrecht Bothuyne: ‘Het is tijd om een tandje bij te steken. We willen daarbij dat Vlaanderen een ‘koerspact’ sluit met elke lokaal bestuur. De partners van dat pact moeten de stad of gemeente, de lokale wielerclubs en organisatoren én de Vlaamse overheid en Cycling Vlaanderen zijn. Zo willen we in elke gemeente een koersvriendelijk parcours afbakenen, logistieke en financiële steun voorzien, de administratie voor organisatoren beperken en verlichten en investeren in een veilig verloop van de wielerwedstrijden.’
Doel moet zijn in elke stad of gemeente terug jeugdwielerwedstrijden te kunnen organiseren. De veiligheidseisen die de overheid (terecht) oplegt, moeten door diezelfde overheid mee haalbaar en betaalbaar gemaakt worden. Zo zijn er nu al lokale besturen die de verplichte ambulance in een koers subsidiëren.
Cd&v legt een concreet actieplan op tafel om de toekomst van onze wielersport te verzekeren.
- Een koerspact voor elke Vlaamse gemeente of stad: een partnerschap tussen clubs en organisatoren, Vlaanderen en de lokale besturen.
-
Versterkte uitleendienst: zorg dat in elke provincie gratis veiligheidsmateriaal (stootkussens, boplan-afsluiting, pijltjes en bewegwijzering) voor minstens 5 organisaties ter beschikking is.
-
De koers is van iedereen: hou de wielersport betaalbaar voor jonge starters. Werk een verbod uit op dure carbonfietsen tot de U15-categorie en een uitleen-systeem van fietsen voor jonge renners.
- Creëer in elke provincie een verkeersvrij circuit voor wegwedstrijden en werk daarvoor samen met defensie om verlaten militaire domeinen of provincies om provinciale domeinen daartoe in te schakelen.
- Verplicht en ondersteun elke WorldTour of Proseries-wedstrijd (van Flanders Classics, Golazo en andere grote organisaties) om minstens 2 jeugdwedstrijden per topwedstrijd te organiseren. Gebruik de Vlaamse topsport-subsidies als hefboom. Laat deze organisatoren topploegen en -renners als ambassadeurs inschakelen om jongens en meisjes warm te maken voor de wielersport.
-
Ondersteun vrijwilligers; met vorming, opleiding en begeleiding voor organisatoren en wielerclubs. Maar ook bij de werving en opleiding van seingevers om het parcours veilig te houden. Voorzie ook een uniform vergoedingen-systeem waarbij de kosten mee gedragen worden door de betrokken lokale besturen in kader van het koerspact.